Als scholen nog steeds leerlingen weigeren omdat hun ouders geen 'antihomoverklaring' willen ondertekenen, dan gaat de Onderwijsinspectie ingrijpen. Dat schrijft onderwijsminister Arie Slob in een brief aan de Tweede Kamer. Inmiddels vragen scholen hier al niet meer om, zo liet Slob zich verzekeren door onder meer de Vereniging voor Gereformeerd Schoolonderwijs.
Scholen mogen identiteitsverklaringen vragen maar deze mogen niet in strijd zijn met de wet. Zo mogen ouders of leerlingen niet gevraagd worden afstand te nemen van homoseksualiteit, zegt een woordvoerder. De inspectie gaat eerst in gesprek met scholen die zich hier niet aan houden. Als dat niet genoeg is, volgt de nadrukkelijke opdracht de fout te herstellen. Scholen die ook daar niet naar handelen, kunnen een boete krijgen.
Vorige maand kwam de ChristenUnie-politicus zwaar onder vuur te liggen toen hij volgens verschillende partijen in de Kamer niet nadrukkelijk genoeg afstand nam van de identiteitsverklaringen op voornamelijk gereformeerde scholen. Slob zei een dag later dat scholen "de grondwettelijke vrijheid" hebben om ouders en leerlingen te vragen afstand te nemen van homoseksualiteit. Hij erkende wel dat er "een spanning" is tussen verschillende grondrechten, zoals vrijheid van onderwijs en het verbod op discriminatie.
Na overleg binnen het kabinet draaide hij bij en noemde de antihomoverklaringen "een brug te ver". Hij kondigde aan de verklaringen te onderzoeken en mogelijk te verbieden met nieuwe wetgeving. Dat blijkt niet nodig, schrijft hij nu, omdat er al een "stevige wettelijke basis" is. Bovendien legt de nieuwe wet voor burgerschapsonderwijs "de lat hoger om de basiswaarden van onze democratische rechtstaat uit te dragen".