De snelheid waarmee een coronatest wordt afgenomen is cruciaal "omdat anders de toegevoegde waarde van contactonderzoek of een contact-app vrij klein is". Dat zegt epidemioloog Marc Bonten in de Volkskrant op basis van een nieuwe studie van het UMC Utrecht.
Volgens de studie moet er zo min mogelijk tijd zitten tussen het krijgen van de symptomen en het afnemen van de test. "Er is de laatste tijd veel oog voor het belang van testen, maar niet voor de snelheid ervan. Niemand zegt: we moeten zo snel mogelijk testen", laat Bonten optekenen door de krant.
Volgens de epidemioloog is het proces momenteel te bureaucratisch. De officiële richtlijnen van het RIVM schrijven voor dat de arts moet beoordelen of de test bijdraagt aan de behandeling. Bonten pleit ervoor de schakels tussen de patiënt en de test weg te halen, om zodoende minder tijd te verliezen. "Je zou kunnen zeggen: haal de GGD'en en de artsen er tussenuit om snelheid te behalen." Patiënten zouden dan zélf naar een testlocatie kunnen gaan, zónder afspraak.
Volgens de koepelorganisatie van de GGD'en is de tijd voordat iemand wordt getest al verkort, aldus de Volkskrant. De dokter moet wel eerst toestemming geven.
De snelheid van testen draagt eraan bij dat het reproductiegetal R laag blijft. Het getal geeft aan hoe snel het coronavirus zich verspreidt. Aan de hand daarvan bepaalt het kabinet of de maatregelen verder versoepeld kunnen worden, of dat het nodig is een stap terug te doen.