De SP denkt de verkiezingen op 22 november te hebben verloren doordat te weinig mensen zich echt druk maakten om sociaaleconomische onderwerpen. Volgens de partij willen de meeste kiezers wel dat inkomensongelijkheid wordt aangepakt, maar is dat ondergesneeuwd door "culturele thema's" die mensen verdelen op basis van hun afkomst, achtergrond of identiteit.
De SP zag in juli nog volop kansen door de val van het kabinet en het kort daarna aangekondigde vertrek van premier Mark Rutte uit de politiek. Maar na een campagne die draaide om bestaanszekerheid moesten de socialisten in november opnieuw een verkiezingsnederlaag slikken; zij vielen terug van negen naar vijf zetels in de Tweede Kamer.
Het nieuwe zetelverlies was in december al aanleiding voor Lilian Marijnissen om op te stappen als partijleider. Zij is inmiddels opgevolgd door Jimmy Dijk. De partijraad, het hoogste orgaan binnen de uiterst linkse partij, wilde lering trekken uit de verkiezingsnederlaag en kondigde een breed onderzoek aan naar de oorzaken.
Uit de uitkomsten van dat onderzoek door het eigen wetenschappelijk bureau, Kieskompas en de Vrije Universiteit, maakt de partijraad op dat het niet aan de campagne of de partijleider heeft gelegen. De verkiezingen werden gedomineerd door "culturele thema's". In de "werkende klasse" waar de SP het van moet hebben, wordt daar zeer verschillend over gedacht.
De SP constateert dat deze verdeeldheid "broodnodige herverdeling van welvaart" in de weg staat. De partij ziet het als haar taak om samen met bondgenoten "de werkende klasse te mobiliseren om herverdeling hoger op de agenda te krijgen en de ongelijkheid te verkleinen".