Ondanks dat de Elfstedentocht al in 23 jaar niet is gereden, is het belangrijk de 'Elfstedencultuur' in stand te houden, vindt sporthistoricus Jurryt van de Vooren. Daarom organiseert hij voor het eerst de Dag van de Elfstedentocht, komende woensdag in het Fries Scheepvaart Museum in Sneek.
Het is de bedoeling de Dag van de Elfstedentocht jaarlijks op 15 januari te vieren. De keuze voor die datum is geen toeval, want juist op die dag viert de Koninklijke Vereniging de Friesche Elf Steden haar 111e verjaardag. Woensdag zijn onder andere schaatsportretten te zien, zal historicus Marnix Koolhaas een lezing geven en doen Elfstedenschaatsers hun verhaal.
Dat de tocht na lange tijd nog steeds leeft onder Nederlanders, komt volgens Van de Vooren omdat het behalve een sportevenement ook een belangrijk onderdeel van het Nederlands cultureel erfgoed is. "Mensen die de tocht hebben gereden zien dat vaak als één van hun meest indrukwekkende prestaties," aldus de historicus, die overigens zelf niet kan schaatsen.
De laatste drie keren dat schaatsers de elf Friese steden passeerden waren in 1985, 1986 en 1997. Kan de tocht niet op het ijs, dan moet het maar in woord, beeld en film, vindt Van de Vooren. Want de Elfstedencultuur bestaat, naast de schaatstocht zelf, uit het doorgeven van verhalen en herinneringen. Daarvan zijn er veel opgeslagen in Friese musea en archieven. Enkele Friese archieven werken dan ook mee aan de dag.
De Dag van de Elfstedentocht is geen 'herdenkingsdag', benadrukt de sporthistoricus. "Historici zijn er om de verteltraditie in ere te houden, de Elfstedenvereniging om de schaatstocht voor te bereiden." Of hij denkt dat de tocht ooit nog gereden gaat worden? "Ik hoop het. Maar ik houd me bezig met het verleden, niet met morgen."