De vergoeding van een gecombineerde behandeling voor postcovid patiënten wordt vanaf 1 juli niet meer vergoed vanuit het basispakket, zo heeft het kabinet vrijdag besloten. Het volgt hiermee het advies op van het Zorginstituut, dat zegt dat deze behandeling niet effectief is. Het gaat om een aanpak waar onder meer fysiotherapie, logopedie en ergotherapie deel van uitmaken.
Postcovid patiënten die nu deze eerstelijns multidisciplinaire paramedische herstelzorg krijgen, krijgen hun behandeling tot 1 januari 2025 vanuit het basispakket vergoed. Deze overgangsregeling is in het leven geroepen voor patiënten "die het gevoel hebben dat ze er toch baat bij hebben", zei demissionair zorgminister Pia Dijkstra na afloop van de ministerraad. "En ook omdat ik vind dat postcovid patiënten al genoeg ellende ondervinden en er nog heel weinig aan behandeling beschikbaar is."
Nieuwe patiënten kunnen er vanaf 1 juli geen aanspraak meer op maken vanuit het basispakket. Wel kunnen zij eventueel aparte behandelingen voor fysiotherapie, diëtiek en ergotherapie krijgen als hun behandelend arts dat adviseert. Deze patiënten kunnen die behandelingen via de reguliere weg regelen en onder voorwaarden vanuit het basispakket vergoed krijgen. "Maar het zit dan niet meer bij elkaar in een pakket", verduidelijkt Dijkstra.
Uit onderzoek is naar voren gekomen dat patiënten met of zonder deze multidisciplinaire paramedische herstelzorg dezelfde verbetering ondervonden in het dagelijks functioneren. "Het Zorginstituut concludeert daarom dat de meerwaarde van eerstelijns multidisciplinaire paramedische herstelzorg niet is aangetoond ten opzichte van het niet geven van deze behandeling", schrijft Dijkstra aan de Tweede Kamer.
Daarom is besloten de vergoeding vanuit het basispakket stop te zetten. "Om de zorg in Nederland toegankelijk en betaalbaar te houden, is het van groot belang dat zorg die niet-effectief is, niet wordt vergoed vanuit het basispakket."