Staatsbosbeheer sluit met onmiddellijke ingang de 17 plekken in het land waar wildkamperen was toegestaan. Volgens de dienst veroorzaken sommige gebruikers overlast. Ze laten afval en toiletpapier achter in de natuur, maken verboden kampvuurtjes, zitten met te veel mensen bij elkaar en blijven ook langer op de terreinen dan eigenlijk mag. Er gebeuren zo vaak dingen die niet mogen dat toezicht en handhaven geen haalbare kaart meer zijn, aldus de organisatie.
De wildkampeerplekken van Staatsbosbeheer heten 'paalkampeerterreinen', genoemd naar de paal in een bos of op een veld die aangeeft dat daar met maximaal drie tentjes gratis overnacht mag worden. De terreinen hebben geen voorzieningen. Kampeerders moeten zelf water meenemen en mogen alleen op een campingbrander iets koken. Trekkers mogen maximaal 72 uur op dezelfde plek blijven en moeten de natuur bij vertrek smetteloos achterlaten. De paalkampeerterreinen hebben volgens Staatsbosbeheer tientallen jaren bestaan.
"Het is erg vervelend voor recreanten die wel voor hun rust van de terreinen genoten, maar de overlast is te groot geworden", aldus de dienst. Er blijven nog zo'n dertig wildkampeerplekken van andere beheerders in Nederland over. Op dit moment zijn alle terreinen gesloten wegens de coronamaatregelen.
De Stichting Wild-Kamperen, die de belangen behartigt van trekkers, is teleurgesteld over het besluit van Staatsbosbeheer. Volgens de stichting zijn er best mogelijkheden om de overlast aan te pakken zonder goedwillende kampeerders te duperen. Door bekende wildkampeerplekken ineens te sluiten is de kans groot dat recreanten zomaar ergens een tentje neer gaan zetten, wat voor meer problemen zorgt, aldus Wild-Kamperen.