Zeker drie uitgeprocedeerde Algerijnse asielzoekers zitten ten onrechte in detentie. Zij kunnen door tegenwerking van de Algerijnse overheid niet door Nederland worden uitgezet. Het ziet er niet naar uit dat dit op korte termijn zal veranderen. Detentie, in afwachting van uitzetting, is daarom niet geoorloofd, stelt de Raad van State in drie uitspraken. Staatssecretaris Eric van der Burg (Asiel) moet hen een schadevergoeding betalen.
De uitspraken raken meer Algerijnen die in detentie op uitzetting wachten, stelt de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Het is bij de Raad niet bekend hoeveel er dat zijn. Sinds het begin van de coronapandemie zijn ruim 250 aanvragen voor een laissez-passer ingediend, die stuk voor stuk door Algerije zijn afgewezen. Deze Algerijnen zitten echter niet allemaal in detentie.
Volgens de staatssecretaris is het nodig uitgeprocedeerde Algerijnse asielzoekers in detentie te zetten, zodat ze naar Algerije kunnen worden uitgezet. De Algerijnen hebben een tijdelijk reisdocument (laissez-passer) nodig om naar hun thuisland te reizen. Die pas moet door de Algerijnse autoriteiten worden verstrekt, maar tot nu toe doen zij dat niet.
Aan twee van de drie Algerijnen heeft de Raad van State in totaal een schadevergoeding toegekend van ruim 17.000 euro. De twee zaten vanaf begin dit jaar in detentie. Aan de derde Algerijn die onterechte in detentie heeft gezeten, had de rechtbank Den Haag eerder al een schadevergoeding van bijna 2400 euro toegekend. Deze Algerijn, die sinds 11 januari in detentie zat, werd op 3 februari al vrijgelaten, op de dag van de zitting van de rechtbank Den Haag.
In september vorig jaar oordeelde de Raad van State dat Algerijnen in afwachting van uitzetting niet in detentie kunnen worden gezet, omdat het er niet naar uitziet dat zij op redelijke termijn naar Algerije kunnen worden uitgezet. Dat vastzetten gebeurt echter nog steeds.
Sinds de uitspraak van 17 september "zijn er wel positieve ontwikkelingen voor het zicht op uitzetting naar Algerije, maar het land verstrekt nog steeds geen laissez-passers", aldus de Raad van State. "Daarmee heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid (Van der Burg, red) onvoldoende duidelijk gemaakt dat de vreemdelingen binnen een redelijke termijn uitgezet kunnen worden naar Algerije."