Demissionair staatssecretaris van Digitalisering Alexandra van Huffelen wil de grootste technologiebedrijven (Big Tech) "temmen". Dit zei ze in een toespraak over de kansen en risico's van kunstmatige intelligentie (AI) bij Tilburg University tijdens de opening van het academische jaar.
Hoewel Nederland volgens de bewindsvrouw meer grip weet te krijgen op het "veelkoppige monster" van de "gewone AI", dient zich met de komst van generatieve AI een uitdaging aan die "oneindig veel groter" is. Deze kunstmatige intelligentie creëert eigen content, bijvoorbeeld de teksten van ChatGPT. "En daar moeten we bliksemsnel en grootschalig actie op ondernemen", aldus Van Huffelen. En wat haar betreft op basis van een gecoördineerde aanpak vanuit de Verenigde Naties.
Volgens de staatssecretaris moeten we ons afvragen welke gevolgen deze technologie heeft voor onze samenleving, om zo onze "publieke waarden" bij het gebruik van generatieve AI te beschermen. Hierbij benoemde ze het gevaar van vooroordelen en stereotypen die door AI gecreëerd kunnen worden, met als voorbeeld een zwarte vrouw die steeds wordt afgebeeld als schoonmaker. Het is volgens haar zaak dat "we dat soort patronen ondubbelzinnig kwalificeren als onacceptabel". "Innovatie als streven, maar met grondrechten als harde voorwaarden", aldus Van Huffelen.
"Als we niet met deze risico's aan de slag gaan, onderwerpen we ons moedwillig aan een gezelschap van een stuk of vier, vijf witte mannen, die oprecht lijken te denken dat hun miljarden bewijzen dat zij weten wat goed is voor de wereld", zei de bewindsvrouw. De Big Tech-bedrijven willen namelijk dat de regulering aan hen wordt overgelaten, en dan bepalen zij wie welke informatie tot zich krijgt.
Naast een "voorbeeldrol voor de overheid" met een minister voor digitale zaken, vraagt de uitdaging van AI volgens haar ook veel van onderwijs, wetenschap en bedrijfsleven. "Waar we naar zouden moeten streven, is een internationaal centrum dat het onderzoeken, testen én reguleren van AI op zich neemt. En ik vind eigenlijk dat Nederland de aangewezen plek is om zo'n centrum te huisvesten".