Op steeds meer plaatsen in Nederland nemen burgers zelf het initiatief om duurzame energie op te wekken. Ze laten vooral zonneparken aanleggen, maar ook het aantal burgerprojecten voor windenergie en warmtenetten stijgt. De totale productie van zonne-energie door zogeheten energiecoöperaties is in 2019 met 60 procent gestegen, becijfert de Lokale Energie Monitor. Het windenergievermogen steeg met 22 procent.
Het was een goed jaar voor burgerwindparken. Zo opende koning Willem-Alexander in mei Windpark Krammer op de Krammersluizen in Zeeland. Dit is met 34 windturbines en een vermogen van 102 megawatt het grootste coöperatieve windpark van het land. De groei zet door, want de komende drie jaar staat de bouw van nog eens 33 coöperatieve windparken gepland, volgens het rapport goed voor 88 procent meer windenergie die door burgers is opgewekt.
In totaal wekken de windmolens van burgercoöperaties genoeg elektriciteit op voor zo'n 200.000 huishoudens. Collectieve parken met zonnepanelen zijn goed voor een hoeveelheid stroom waarop 35.000 huishoudens kunnen draaien.
De Lokale Energie Monitor wordt sinds 2015 jaarlijks uitgegeven door stichting HIER opgewekt, een kennisplatform dat zich richt op lokale duurzame energie-initiatieven. De omvang van de lokale energiebeweging is sinds de eerste uitgave "enorm gegroeid", constateert directeur Gijs Termeer.
Het totale aantal energiecoöperaties in het land is gestegen tot 582. Dat is meer dan een verdubbeling ten opzichte van 2015, toen de monitor voor het eerst uitkwam. Volgens de stichting doen zeker 85.000 Nederlanders inmiddels via een coöperatie mee aan een energiecollectief.
Warmteprojecten van burgers staan nog in de kinderschoenen, maar het aantal initiatieven nam wel toe van 17 in 2018 tot 37 in het afgelopen jaar. In Terheijden (Noord-Brabant) wordt momenteel een coöperatief warmtenet aangelegd, een van de eerste van het land. Het systeem haalt onder meer warmte uit het water van de rivier de Mark. Alleen in Culemborg is al een warmtenet in handen van burgers.