Minister Kajsa Ollongren (Binnenlandse Zaken) moet een eind maken aan de ongelijkheid bij het vergoeden van de schade door aardbevingen. Die oproep doet de Vereniging Eigen Huis (VEH). Volgens de VEH hebben uitgerekend de Groningers die als eersten met aardbevingsschade te maken kregen, het minste uitzicht op schadeafhandeling.
Ongeveer 6000 huizen die voor 31 maart 2017 beschadigd raakten, vallen in de categorie 'oude gevallen’. Die zaken liggen nog steeds bij de NAM en niet bij de later opgerichte Technische Commissie Mijnbouw Groningen (TCMG). Volgens de VEH zijn de regels die TCMG hanteert bij de schadeafhandeling veel soepeler en eerlijker dan die van de NAM.
De VEH wijst erop dat de mensen die voor de schadeafhandeling bij de NAM moeten zijn "tegenover een bataljon juristen" van de aardoliemaatschappij staan. "Het 'coulance-aanbod’ dat zij in 2017 van de NAM kregen was uitgesproken karig. Velen gingen moegestreden akkoord, maar ruim vijfhonderd gezinnen volharden in hun strijd. Zij blijken echter geen partij voor de NAM en haar juristen en delven nu het onderspit", aldus de VEH.
De vereniging van huiseigenaren vindt dat alle bewoners die het coulance-aanbod afwezen en de juridische strijd met de NAM aangingen de mogelijkheid moeten krijgen hun zaak voor te leggen aan de TCMG, zoals ook de bewoners met latere schades dat kunnen doen. 'Wij dringen bij minister Ollongren aan dit mogelijk te maken", stelt de VEH.