Boeren hebben de afgelopen jaren onvoldoende kunnen rekenen op de overheid, erkent Johan Remkes, die door het kabinet is aangesteld om de discussies over het stikstofbeleid in goede banen te leiden. Hij schrijft dat in een brief waarin hij een groot aantal landbouworganisaties uitnodigt om te komen praten.
In zijn brief spreekt Remkes grote waardering uit voor de landbouwsector. "Ik zie dat er de laatste jaren al enorm veel op het boerenerf is afgekomen. Overheid en politiek zijn niet altijd de partijen geweest waar boeren van op aan konden, vooral omdat er te lang om de hete brij is heen gedraaid."
De gesprekken tussen het kabinet en alle betrokken partijen, die volgende maand moeten beginnen, ziet Remkes als "een kentering". Hij hoopt "samen uit de impasse" te kunnen komen. "Het kabinet heeft mij verzekerd dat er ruimte is en dat er gezamenlijke oplossingen mogelijk zijn."
Toen het kabinet vorige maand de contouren schetste van de aanpak van het zich voortslepende stikstofprobleem, leidde dat tot zeer felle protesten door boeren. De veehouderij is veruit de grootste veroorzaker van stikstofuitstoot en zal dan ook naar verwachting hard worden geraakt door maatregelen om die de komende jaren drastisch te verminderen.
Na een aantal uit de hand gelopen protesten door boze boeren en een verhit debat in de Tweede Kamer stelde het kabinet voor een gespreksleider aan te stellen. Die moet proberen de rust terug te laten keren en de ruziënde partijen weer om de tafel te krijgen.
De keuze voor Remkes viel evenwel slecht bij veel landbouworganisaties. Die zien in hem een van de architecten van de huidige stikstofaanpak. Hij leidde een commissie die het vorige kabinet adviseerde met zeer strenge doelen te komen om de stikstofuitstoot terug te dringen.