Een vrij onbekend internationaal verdrag dat begin jaren 90 is gesloten om investeerders in de energiesector te beschermen, dreigt anno 2019 de verduurzaming van de energievoorziening in Europa te ondermijnen. Met die boodschap komen 260 maatschappelijke organisaties maandag. Ze pleiten bij de Europese politiek en de ministers van lidstaten voor drastische herziening en vergroening van het zogeheten Energy Charter Treaty (ECT).
Volgens Friends of the Earth, waar ook het Nederlandse Milieudefensie deel van uitmaakt, is het verdrag "volkomen gedateerd" en beschermt het "vervuilende fossiele bedrijven". Landen die het verdrag hebben ondertekend, waaronder ook Nederland, houden dinsdag een conferentie in Brussel. Daarna beginnen onderhandelingen over wijzigingen.
De organisaties vinden dat de beschermingsconstructies voor investeerders in bijvoorbeeld kolencentrales moeten vervallen. Anders moeten Europese landen uit het verdrag stappen, stellen de opstellers van de brief, die onder meer is ondertekend door Stichting Onderzoek Multinationale Ondernemingen en de klimaatwerkgroep van vakbond FNV.
Het ECT of energiehandvestverdrag kwam kort na de val van de communistische regeringen in Oost-Europa tot stand. Het voorziet onder meer in de mogelijkheid voor investeerders om arbitragezaken aan te spannen tegen staten die hun belangen aantasten. Energiebedrijven kunnen hoge schadeclaims indienen en doen dat soms ook: zo eist Vattenfall ruim 6 miljard euro van Duitsland omdat het land na de kernramp in het Japanse Fukushima besloot om uiterlijk in 2022 te stoppen met kernenergie.
In Nederland heeft het Duitse Uniper, eigenaar van een kolencentrale op de Maasvlakte, al gedreigd met een claim als de politiek het voorgenomen verbod op het energie uit steenkool per 2030 doorzet. Daar stemt de Eerste Kamer dinsdag over.