Nederland heeft het strafblad van Nederlanders die ook een andere nationaliteit hebben jarenlang ten onrechte gedeeld met dat andere land. Dat overkwam onder meer Turkse en Russische Nederlanders.
Vanaf 1969 was het "staande praktijk" om een veroordeling te melden aan het land waarvan de veroordeelde ook een paspoort bezat, schrijft justitieminister Ferd Grapperhaus aan de Tweede Kamer. Dat gold niet alleen voor EU-landen, maar voor alle landen die het Europees Rechtshulpverdrag hebben ondertekend. Maar dat laatste mocht helemaal niet, constateert Grapperhaus.
Overheidsdienst Justid besloot al in 2009 een eind te maken aan de praktijk, maar deed dat niet afdoende. Ook nadien is het strafblad van Nederlanders met een tweede nationaliteit met verdragslanden gedeeld. Pas in april 2017 besefte Justid dat de wet daarvoor helemaal geen grondslag biedt en kwam er ook echt een eind aan.
Hoe vaak een strafblad ten onrechte is gedeeld, is niet meer na te gaan. De laatste tweeënhalf jaar overkwam dat in totaal 746 mensen. Van hen heeft drie kwart de Turkse en de Nederlandse nationaliteit.