De uitstoot van methaan in de veehouderij kan met bestaande technieken en strategieën in lijn worden gebracht met de klimaatdoelen voor 2030. Tot die conclusie komen internationale onderzoekers van onder meer Wageningen University & Research (WUR) in een overzichtsartikel. Het wordt wel een stuk lastiger om de uitstoot vervolgens nog verder te verminderen, zodat ook de doelen voor 2050 wereldwijd worden gehaald, schrijven ze.
De onderzoekers hebben uitgerekend dat het met de methoden die ze hebben onderzocht onhaalbaar is om de klimaatdoelen te halen in Afrika. Daar zal de veehouderij naar verwachting nog fors uitbreiden, in lijn met een groeiende bevolking. In Europa moet het volgens de wetenschappers wel mogelijk zijn om de uitstoot dusdanig terug te brengen dat die in lijn komt met een opwarming van de aarde van maximaal 1,5 graad.
In de studie stond de vraag centraal hoe de methaanuitstoot kan worden verminderd, zonder de productie te hoeven verlagen. Alleen al met enkele aanpassingen aan het voer, zoals meer krachtvoer geven en koeien jonger gras te laten eten, blijkt het mogelijk de methaanuitstoot per kilo vlees met gemiddeld 12 procent te verlagen. Door zogeheten methaanremmers, oliën, vetten en nitraat toe te voegen, komt de besparing uit boven de 20 procent, aldus de onderzoekers in het tijdschrift Proceedings of the National Academy of Sciences (PNAS). In hoeverre de uitstoot daalt als mensen minder vlees en meer plantaardig voedsel gaan eten, is in dit onderzoek niet meegenomen.
Methaan is een krachtig broeikasgas, dat net als CO2 en lachgas bijdraagt aan klimaatverandering. Het ontstaat in het maag-darmstelsel van koeien, geiten en schapen, die het uitademen of -boeren. Ook in mest van koeien en varkens zit het gas. Wereldwijd komt zo'n 30 procent van de methaanuitstoot van de veehouderij.