Eerst zien, dan geloven, zegt Supporterscollectief Nederland over het nieuwe eredivisieseizoen en de oproep van voetbalbond KNVB om voetbal weer veilig te maken en verstoringen en geweld door supporters tijdens wedstrijden tegen te gaan. "We hebben zin in het nieuwe seizoen en hopen op weinig tot geen gedoe, in ieder geval minder dan vorig seizoen", zegt voorzitter Matthijs Keuning.
De Koninklijke Nederlandse Voetbalbond (KNVB) kondigde vorige week aan dat wie zich niet gedraagt in stadions in beeld is, gepakt wordt, een straf krijgt en niet meer welkom is. Zo moet het betaalde voetbal weer gastvrij en veilig worden. Eind juni werd al bekend dat spelers en trainers zich bewuster moeten zijn van hun voorbeeldfunctie. Bij wangedrag krijgen zij sneller een gele kaart. Ook worden wedstrijden stilgelegd of gestaakt bij het gooien van voorwerpen op het veld en moet bij homofobe uitingen of spreekkoren voortaan worden ingegrepen.
Het collectief hoopt op een omslag in gedrag van supporters, maar dat is "moeilijk, aangezien iedereen afgelopen jaren incidentgedreven heeft gehandeld." Daarmee doelt Keuning op alle partijen die wat met voetbal te maken hebben: clubs, supporters, gemeenten, politie, de voetbalbond, het Openbaar Ministerie, het ministerie van Justitie en gemeenten.
Clubs en supportersverenigingen hebben voor zover het Supporterscollectief weet nog geen specifieke maatregelen genomen om supportersgeweld tegen te gaan dit seizoen.
Het collectief, dat alle supportersverenigingen van Nederland vertegenwoordigt, blijft herhalen dat algemene maatregelen tegen supporters niet werken. "Netten ophangen, vakken leeg houden: dat zorgt al voor een grimmige sfeer. Er moet een gerichtere aanpak komen."
Daar zijn "alle voorwaarden voor", zegt het collectief, zoals verbeterd cameratoezicht in stadions. Goede voorbereiding en kennis delen met elkaar is nodig. Daar is ten opzichte van het vorige seizoen nog altijd "verbetering mogelijk". "Ook de KNVB riep weer op: gemeenten, politie, en het Openbaar Ministerie met de club en supporters erbij, moeten in gesprek rond wedstrijden. In Groningen is dat bijvoorbeeld gebeurd. We hebben de hoop en de verwachting dat het stap voor stap beter zal gaan. Op plekken waar het gebeurt, is men er positief over."