In het Grevelingenmeer is vorige zomer massaal het zogenoemde Teer pomponwier opgedoken. Deze wiersoort was tot afgelopen zomer alleen bekend uit sommige gebieden langs de Middellandse Zee en komt verder in de hele wereld niet voor. Als de wiersoort zich dit jaar nog verder uitbreidt kan het inheemse wieren verdringen, meldt de stichting ANEMOON, een organisatie voor onderzoek in en bij zee, maandag op de website Nature Today.
Het nieuwe roodwier heeft vorig jaar pas de Nederlandse naam Teer pomponwier gekregen. Daarvoor is gekozen omdat de plantjes in wollig lijkende bollen over de bodem van het meer rollen. Het wier heeft zout water zonder getijdenstroom zoals het Grevelingenmeer nodig om zich op ondiepe plaatsen heel snel te kunnen vermeerderen. In Nederland zou het wier ook in het Veerse Meer en in zoute kanalen kunnen groeien, denken de deskundigen.
De nieuwe wiersoort is vermoedelijk meegekomen met materiaal dat geïmporteerd wordt voor de schelpdierenkweek. Het kan ook door een schip naar het Grevelingenmeer zijn gebracht. Het is onwaarschijnlijk dat Teer pomponwier door klimaatverandering in Nederland is opgedoken. Het zou jaren hebben geduurd voor het wier zich vanuit de Middellandse Zee naar Zeeland zou hebben verplaatst en dan zou de wiersoort eerder ook wel langs de kusten van andere landen zoals Spanje, Frankrijk en België zijn opgemerkt denken de deskundigen.