Thijs H., verdacht van drie moorden, luisterde voor en na de moorden naar metalmuziek om zichzelf "in de stemming te brengen". Dat zei hij dinsdag aan het begin van de tweede dag van zijn strafproces bij de rechtbank in Maastricht, op vragen van het Openbaar Ministerie (OM). "Ik moest ergens de moed vandaan halen."
Toen H. (28) op 7 mei vorig jaar op de Brunssummerheide was, om daar kort na elkaar een 63-jarige vrouw en een 68-jarige man met veel geweld te doden, had hij een koptelefoon op. Het OM omschreef de de songteksten van de muziek als "bizar".
In de periode van de moorden keek H. naar series waarin depressieve hoofdpersonen figureerden, veel drugs werden gebruikt en mensen hallucineerden. Ook confronteerde de officier van justitie H. met een foto van een dode, verminkte, naakte vrouw, die H. zou hebben bekeken. H. ontkende dat hij de foto ooit had gezien. Meer in het algemeen zei hij: "Ik was op zoek naar de duistere kant van de mensheid, ik probeerde de duistere kant te begrijpen."
Naast de moorden op de Brunssummerheide wordt H. verdacht van de moord op een 56-jarige vrouw in Den Haag, gepleegd op 4 mei vorig jaar. De drie slachtoffers werden onverhoeds aangevallen en vele malen gestoken. H. werd een dag na de moorden in Limburg aangehouden. Hij heeft eerder al bekend en heeft de bekentenis ten overstaan van de rechtbank herhaald.
H. zegt dat hij in een psychose verkeerde toen hij het extreme geweld pleegde. Hij gebruikte destijds veel drugs en ging naar eigen zeggen gebukt onder wanen en angsten. Deskundigen van het Pieter Baan Centrum beschouwen hem als volledig ontoerekeningsvatbaar. De rechtbank bespreekt hun bevindingen dinsdag met hen.