Tien jaar cel voor hoofdverdachte in afpersingszaak Hedel

07 apr 2022, 14:00 Landelijk
tien jaar cel voor hoofdverdachte in afpersingszaak hedel
ANP
In de afpersingszaak rond fruitbedrijf De Groot in het Gelderse Hedel is hoofdverdachte Yassine A. (21) uit Hilversum donderdag veroordeeld tot een gevangenisstraf van tien jaar. De rechtbank in Arnhem legde aan zes medeverdachten, de uitvoerders van de reeks aanslagen bij medewerkers van het bedrijf, celstraffen op tot acht jaar.
Medewerkers van het fruitbedrijf worden al sinds 2019 bedreigd. Aanleiding is vermoedelijk de vondst van een partij cocaïne in een van de fruittransporten, waarvan melding werd gemaakt bij de politie. Het bedrijf ontving daarna dreig-sms’jes waarin 2,5 miljoen euro aan bitcoins werd geëist. De sms-berichten gingen gepaard met een reeks aanslagen met brandbommen op woningen in 2020.
A., die niet bij de uitspraak aanwezig was, heeft volgens de rechtbank adressen van slachtoffers verstrekt aan de uitvoerders en gaf ze explosieven mee. Ook zorgde hij voor de betalingen. In zijn ouderlijk huis is een lijst van medewerkers van het fruitbedrijf gevonden, met daarop zijn vingerafdrukken en aantekeningen van zijn halfbroer Ali G. Die had volgens het Openbaar Ministerie de supervisie en gebruikte A. als "adjudant" en "doorgeefluik".
De aanslagen hielden de hele Bommelerwaard in een ijzeren greep, aldus de rechtbank. De rechter sprak van hevige ontploffingen met groot gevaar. "Het is niet ondenkbaar dat personen zouden komen te overlijden", aldus de rechtbank. "De aanslagen waren gericht tegen volkomen onschuldige personen."
A. heeft altijd gezegd niets met de aanslagen of het versturen van de dreigementen te maken te hebben. Het OM had tegen hem een celstraf van zestien jaar geëist. Tegen de zes vermeende uitvoerders van de aanslagen waren (deels voorwaardelijke) celstraffen van drie tot negen jaar geëist. Twee van hen woonden de uitspraak bij.
Het OM baseert zich in de zaak op verklaringen van een medeverdachte. Die werd tijdens een undercoveractie in een busje ondervraagd door undercoveragenten die zich voordeden als criminelen. Tegen de regels in zijn de gesprekken in de bus niet opgenomen. De rechtbank noemt dat een gemis, maar acht de verklaringen van de verdachte betrouwbaar en bruikbaar voor de bewijsvoering.