Werkende ouders krijgen volgend jaar nog iets meer compensatie voor de stijgende tarieven van de kinderopvang. Een voorstel daartoe van GroenLinks en PvdA krijgt brede steun in de Tweede Kamer. Het kabinet verklaarde zich al bereid de maatregel, die 45 miljoen euro extra kost, uit te voeren als de Kamer dat wil.
Bij het vaststellen van de maximale uurtarieven waarvoor ouders kinderopvangtoeslag kunnen krijgen, was in eerste instantie gerekend met achterhaalde inflatiecijfers. Daardoor hield de geplande stijging lang geen gelijke tred met de toename van de kosten die ouders moeten maken.
Voor sommige ouders dreigde de kinderopvang daardoor onbetaalbaar te worden. De linkse oppositiepartijen waarschuwden al eerder voor het risico dat mensen dan maar minder zouden gaan werken en hun kinderen thuis zouden houden. Dat zou het nijpende tekort aan arbeidskrachten in veel sectoren alleen maar verergeren.
Na het pleidooi van GroenLinks en PvdA besloot het kabinet eerder deze week al 57 miljoen euro vrij te maken om de toeslag extra te verhogen. Maar dat was volgens de linkse partijen nog altijd onvoldoende. Dat er nog een extra indexatie komt is "een belangrijke stap om 2023 voor gezinnen met kinderen betaalbaar te houden", vindt GroenLinks-leider Jesse Klaver.
"Kinderopvang is voor veel ouders essentieel om met een gerust hart naar het werk te kunnen", aldus PvdA-leider Attje Kuiken. "Heel goed dat het kabinet nu een extra stap zet om de stijgende kosten voor de kinderopvang te verzachten."