Trouwen hoeft niet, maar regel de financiën met een ander contract

17 apr 2020, 12:21 Landelijk
photo 1544027993 37dbfe43562a
Ongehuwd samenwonen is al zo gewoon dat het eigenlijk niet genoemd hoeft. Toch was er een tijd dat het not done was om ongetrouwd samen in één huis te wonen. Dat veranderde in de jaren tachtig van de vorige eeuw.
Om de relatie te bezegelen, en deze juridisch en financieel een goede basis te geven, werden het samenlevingscontract en het geregistreerd partnerschap ingevoerd.
Vorig jaar liet het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) weten dat vooral twintigers en dertigers het huwelijk nog even laten voor wat het is en in beginsel kiezen voor ongehuwd samenwonen. Mede daardoor is het aantal geregistreerde partnerschappen en samenlevingscontracten gegroeid.

Geregistreerd partnerschap lijkt meeste op trouwen

Het is sowieso onder jongeren gebruikelijk om eerst een tijd samen te wonen. Pas later wordt er getrouwd, of helemaal niet. In dat laatste geval wordt er vaak gekozen voor een geregistreerd partnerschap, vooral als er ook kinderen komen.
Een geregistreerd partnerschap verschilt qua voorwaarden namelijk niet zoveel van trouwen. Je erft automatisch van elkaar, je hebt automatisch beiden het ouderschap als er kinderen komen. Het verschil met trouwen wordt pas duidelijk als je uit elkaar gaat, want dan hoeft er, in tegenstelling tot met een huwelijk, geen rechter aan te pas te komen.
De kosten geregistreerd partnerschap lopen nogal uiteen omdat je allereerst een handtekening moet zetten bij de ambtenaar van de burgerlijke stand en vervolgens een afspraak bij de notaris hebt over de voorwaarden. Afhankelijk van de gemeentelijke- en notaristarieven rolt daar een kostenplaatje uit. Meestal gaat dat richting de vijftienhonderd euro in totaal.

Hypotheekverstrekker vraagt om een notarieel contract

Ook een samenlevingscontract kun je maar beter door de notaris op laten stellen. Dat kost geld, maar sommige instanties, zoals een hypotheekverstrekker, vragen om een notarieel samenlevingscontract. Je regelt in een samenlevingscontract
onder meer de verdeling van de kosten van een woning. Of dat nu een huur- of een koopwoning is. In dat laatste geval is het ook van belang op wiens naam de woning komt te staan, of op beider naam. Het verdelen van de vaste lasten, de huishoudkosten, de aanschaf van meubels of de vaste lasten van de auto. Het is goed om hier afspraken over te maken om er altijd op terug te kunnen vallen. Soms kiezen mensen voor een gezamenlijke huishoudelijke pot. Alles kan, als je het er beiden maar over eens bent.

Als het mis gaat

In het samenlevingscontract is vastgelegd van wie de inboedel is of hoe je die wilt verdelen mocht het mis gaan. Ook staat daarin wie er in de woning blijft en of er sprake is van partneralimentatie. Hoe het pensioen wordt verdeeld. Zijn er kinderen bij betrokken dan moeten daar vooral duidelijke afspraken over worden gemaakt. Over waar ze, als je uit elkaar gaat, voortaan verblijven, wie hun levensonderhoud betaalt en ga zo maar door. In het geval van een geregistreerd partnerschap zijn veel van dit soort zaken automatisch geregeld zoals het ouderlijk gezag en pensioenregelingen en erfrecht als een van beide komt te overlijden.
Bij een samenlevingscontract moet dat erfrecht op schrift staan. Dat kan middels een verblijvingsbeding. Dat gaat onder meer over de gezamenlijke inboedel en het huis. In zo’n beding is automatisch vastgelegd dat de spullen overgaan naar de langstlevende. Zodat niet de familie een en ander kan opeisen.