De rechtbank in Assen houdt donderdag een korte, tussentijdse zitting in de zaak Ruinerwold. Verdachten Gerrit Jan van D. en Josef B. worden onder meer beschuldigd van jarenlange vrijheidsberoving van zes van Van D.'s kinderen. Van D. (67) leefde met zijn kinderen afgezonderd van de buitenwereld, in een boerderij in de buurt van het Drentse dorp Ruinerwold.
Volgens het Openbaar Ministerie heeft Van D. zijn kinderen ook mishandeld. Het OM verdenkt hem daarnaast van seksueel misbruik van twee oudere kinderen die niet op de boerderij woonden. Van D. had negen kinderen. Zijn vrouw overleed in 2004. De man kreeg een paar jaar geleden een hersenbloeding, waardoor hij niet meer kan praten. Dit levert forse complicaties op in het strafrechtelijk onderzoek.
Op de boerderij leefden de kinderen volgens het OM in een soort religieuze ban. Een aantal van hen zou nog steeds volgens die geloofsregels willen leven. Zij zaten meestal niet letterlijk opgesloten - de deur stond vaak open. De rechtbank heeft de boerderij vorig jaar bezocht, om de situatie met eigen ogen te bekijken. Er staan getuigenverhoren van de kinderen gepland voor deze zomer.
De zaak kwam aan het licht nadat een van de kinderen in een kroeg in het dorp over de situatie had gesproken. Volgens justitie heeft Van D. volop hulp gehad van medeverdachte Josef B. (59) Deze ontkent alle beschuldigingen en meent dat hij het slachtoffer is van "een heksenjacht".
Eerder dit jaar bepaalde de rechtbank dat de beide verdachten door gedragskundigen moeten worden geobserveerd in het Pieter Baan Centrum. Van D. zou daar door zijn invaliditeit niet toe in staat zijn. B. zou inmiddels wel in de observatiekliniek verblijven. Van D. heeft geweigerd mee te werken aan een door de rechtbank bevolen onderzoek naar zijn hersenschade.