Twee mensen zijn in de afgelopen week positief getest op het apenpokkenvirus. Dat is het laagste aantal sinds het virus in mei in Nederland opdook. In totaal heeft het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) nu 1221 besmettingen met het virus in Nederland vastgesteld.
Een van de twee nieuwe patiënten woont in Noord-Holland of Flevoland, en de ander in Overijssel of Gelderland.
Vorige week meldde het RIVM dat het in een week tijd vier positieve apenpokkentests had geregistreerd. Een week eerder waren zes besmettingen aan het licht gekomen, en nog een week eerder veertien. Het aantal nieuwe gevallen daalt sinds eind juli, inmiddels elf weken op rij.
Sinds eind juli kunnen mensen die het grootste risico hebben om het virus op te lopen, zich preventief laten vaccineren. Inmiddels hebben zeker 13.799 mensen een eerste prik gehad, en van hen hebben minstens 5867 ook de tweede inenting gehad. Die cijfers zijn niet compleet, want een onbekend aantal mensen wil de gegevens van de vaccinatie niet delen met het RIVM.
Vorige week meldde minister Ernst Kuipers (Volksgezondheid) dat er ruim 13.000 eerste prikken en bijna 5000 tweede prikken waren gezet. Die opkomst viel Kuipers en het RIVM wat tegen. De vrij lage opkomst komt misschien door het dalende aantal besmettingen.
Ongeveer 32.000 mensen zijn uitgenodigd voor de preventieve apenpokkenprik. Transgender personen en mannen die seks hebben met mannen komen in aanmerking voor de prik als zij hiv-positief zijn of als zij medicijnen nemen om te voorkomen dat zij hiv oplopen.