De eerste stap in de hervorming van het parlementair stelsel is gezet. Dinsdag stemde de Tweede Kamer in met een nieuwe verkiezingswijze van Eerste Kamerleden. Ook een voorstel om de procedure voor een grondwetswijziging te veranderen, werd aangenomen.
De twee voorgestelde grondwetswijzigingen komen van minister Kajsa Ollongren (Binnenlandse Zaken). Eerste Kamerleden moeten voortaan een zittingstermijn krijgen van zes jaar, in plaats van vier. De helft van de senatoren zou dan elke drie jaar worden vervangen, zoals ook gebeurde tot 1983. Omdat Statenleden de senatoren kiezen, hoopt Ollongren dat de Provinciale Statenverkiezingen zo minder om de politieke verhoudingen in de Eerste Kamer zullen draaien. Dat voorstel is aangenomen, maar de Kamer vraagt het kabinet wel te zorgen dat de positie van kleine partijen in de zetelverdeling door deze verandering niet verslechtert. Daarover diende coalitiepartij ChristenUnie een motie in.
Het andere voorstel van Ollongren gaat over de wijziging van de Grondwet zelf. Nu wordt over zo'n aanpassing twee keer gestemd door de Eerste en Tweede Kamer: een keer voor, en een keer na de Tweede Kamerverkiezingen. Ollongren wil dat die zogenoemde tweede lezing voortaan zal plaatshebben in een verenigde vergadering, waarbij de leden van de Eerste en de Tweede Kamer samen in debat gaan over de wijziging.
De beide voorstellen zijn door de Tweede Kamer aangenomen in de eerste lezing. Als ze ook door de Eerste Kamer komen, zullen ze in de volgende kabinetsperiode nogmaals worden behandeld door de Eerste en Tweede kamer, zoals gewoonlijk is bij grondwetswijzigingen.