Het kabinet wil de beschikbare verlofvormen niet uitbreiden voor volksvertegenwoordigers zoals Kamerleden, maar wel voor dagelijks bestuurders. Het gaat om regelingen als mantelzorgverlof en adoptieverlof. In een Kamerbrief wijst demissionair minister Hugo de Jonge (Binnenlandse Zaken) erop dat vertegenwoordigers persoonlijk worden gekozen voor hun ambt en het onwenselijk is om te vaak vervanging voor ze te regelen. Wel wil de minister de regeling voor zwangerschapsverlof voor beide groepen versoepelen.
Gemeenteraden verzochten het kabinet in 2021 om de verlofregelingen voor politici te moderniseren. Minister De Jonge wil daarom het zwangerschapsverlof flexibiliseren, zodat volksvertegenwoordigers en dagelijks bestuurders hun verlof met vier weken kunnen verlengen wanneer de standaard zestien weken voorbij zijn. Daarnaast wil de bewindsman onder andere ouderschapsverlof, adoptieverlof en mantelzorgverlof invoeren voor de dagelijks bestuurders.
Die extra verlofregelingen gelden dus niet voor gekozen volksvertegenwoordigers, zoals Kamerleden en gemeente- of provincieraadsleden. Zij worden namelijk gekozen op grond van een persoonlijk mandaat. Volgens De Jonge zou "het voortdurend tijdelijk aan- en aftreden van vervangers" daarnaast niet goed zijn voor de herkenbaarheid van de vertegenwoordigers. Hij ziet het daarom niet zitten om de verlofvormen voor deze groep uit te breiden.