De uiterwaarden van de grote rivieren zullen de komende week niet onderlopen als de overvloedige regenval uit Zwitserland via de Rijn Nederland bereikt. De Rijn bereikt wel een voor september ongebruikelijk hoge waterstand bij Lobith, maar van onderlopende uiterwaarden of hoogwater is geen sprake, aldus de watermanagers van Rijkswaterstaat.
De waterbeheerders verwachten maandag een piek in de afvoer van de Rijn van 2500 kubieke meter per seconde. Dat kan zelfs nog iets hoger worden en 2800 kubieke meter per seconde bereiken. De waterstand van de Rijn bij Lobith is dan rond de 10 meter boven NAP. Dat is ver onder een hoogwaterstand. Pas bij 15 meter boven NAP zou er sprake zijn van hoogwater waarvoor maatregelen moeten worden genomen. De uiterwaarden zullen pas onderlopen bij een stand van ongeveer 11,50 meter boven NAP bij Lobith.
Gewoonlijk zakt de waterstand van de grote rivieren juist in september, aan het eind van de zomer. In de afgelopen zeer droge jaren stond het rivierwater zelfs laag en waren er problemen met de grondwaterstand. Met kerstmis vorig jaar voerde de Rijn maar 1200 kubieke meter water per seconde af.
In Zwitserland zijn rivieren wel buiten de oevers getreden door de enorme regenbuien. Maar die hoeveelheid water zwakt af naarmate de Rijn verder richting Nederland stroomt. Dat komt doordat de hoeveelheid water eerst door de Bodensee op de grens van Zwitserland en Duitsland stroomt, waar al een flink deel van de piek wegvloeit. En de zijrivieren in Duitsland staan op zomerstand en voeren weinig water aan naar de Rijn. Het noodweer in Zwitserland heeft geen invloed op de waterstand van de Maas.