De rechtbank in Den Haag doet donderdag uitspraak in de zaak tegen Jamel L. over het doodsteken van een supermarktmedewerkster van een Albert Heijn in het centrum van Den Haag. Het 36-jarige slachtoffer Antoneta Gjokja werd in de ochtenduren van 20 juni vorig jaar in het filiaal aan de Turfmarkt met meerdere messteken om het leven gebracht.
Voor de moord heeft het Openbaar Ministerie tien jaar cel en tbs met dwangverpleging geëist tegen de 57-jarige verdachte. L. handelde naar eigen zeggen uit wraak. Hij was eerder gepakt voor winkeldiefstal bij een ander filiaal van Albert Heijn. Hij vond dat hij daarvoor onschuldig in de gevangenis had gezeten, waar hij dwangmedicatie kreeg toegediend. Volgens het OM ging L. in Den Haag bewust op zoek naar een witte medewerker, omdat hij zich gediscrimineerd voelde.
Het Pieter Baan Centrum concludeerde dat L. handelde onder invloed van een psychose. Hij had paranoïde wanen. Ze vinden dat de steekpartij hem in sterk verminderde mate valt toe te rekenen. De advocaat van L. heeft betoogd dat haar cliënt volledig ontoerekeningsvatbaar is, waarbij celstraf niet aan de orde is.
In 2018 kreeg L. op Curaçao tbs opgelegd in een strafzaak, maar op het eiland waren er amper behandelmogelijkheden en Nederland wilde de kosten ervan niet dragen. De man is op enig moment naar Nederland gekomen. Kort voor de fatale steekpartij werd hij door de rechtbank in Rotterdam nog veroordeeld voor bedreiging. Die rechters wisten toen niet dat L. op Curaçao eerder tbs opgelegd had gekregen.