Is de verkoopdatum van een woning het enige betrouwbare moment voor bepaling van waardedaling door aardbevingen in Noordoost-Groningen? Op die vraag moet het gerechtshof in Leeuwarden dinsdag antwoord geven.
De kwestie draait om een uitspraak van de rechtbank in 2015. Die bepaalde dat de waardedaling van huizen in het bevingsgebied in Groningen meteen gecompenseerd moest worden, ook als er nog geen fysieke schade is. De Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) tekende daartegen beroep aan.
De NAM wil schade pas bij de verkoop van een woning vergoeden en alleen in individuele gevallen een uitzondering maken. Maar veel gedupeerden hebben moeite om hun huis te verkopen, aldus de Stichting Waardevermindering door Aardbevingen Groningen (WAG). En mensen die hun huis niet willen verkopen, zouden in dat geval niet voor een vergoeding in aanmerking komen.
De gaswinner staat tegenover de WAG en twaalf woningcorporaties. WAG berekende eerder dat er sprake is van een waardevermindering van in totaal 1 miljard euro. Zij ging daarbij uit van 100.000 huizen. De Rijksuniversiteit Groningen berekende later dat het om een schadepost van minimaal 954 miljoen euro gaat, maar dan wel verdeeld over 180.000 huizen.