De rechtbank in Den Haag doet woensdag uitspraak in de zaak tegen Shell. Deze is aangespannen door vier weduwen van mannen die in 1995 in Nigeria zijn geëxecuteerd na wat wereldwijd werd veroordeeld als een schijnproces. Ze beschuldigen oliemaatschappij Shell van betrokkenheid bij de dood van hun echtgenoten, die nog geen twee weken na het uitspreken van het doodvonnis werden opgehangen.
Shell werpt de beschuldigingen ver van zich en zegt zich volstrekt niet verantwoordelijk te voelen voor de dood van de zogeheten Ogoni Negen. Hoe ,,vreselijk en ingrijpend'' de executies ook waren, zo zei de advocaat van Shell tijdens de behandeling van de zaak februari van dit jaar. Bovendien is de zaak in de ogen van Shell verjaard. Het bedrijf betaalde eerder wel 15 miljoen dollar aan de nabestaanden van een van de geëxecuteerde mannen, de activist Ken Saro-Wiwa. ,,Dat was een humanitair gebaar, Shell heeft nooit de verantwoordelijkheid voor zijn dood aanvaard'', zei de advocate destijds.
Volgens de weduwen werkte Shell nauw samen met het toenmalige Nigeriaanse regime en zou bij herhaling zijn aangedrongen op maatregelen tegen het Ogoni-volk, dat protesteerde tegen de schade van de oliewinning in de Nigerdelta.