Mensen die ziek zijn geworden doordat ze op hun werk zijn blootgesteld aan schadelijke stoffen moeten langer wachten op compensatie. De speciale regeling die op 1 juli zou ingaan, is uitgesteld omdat invoering ervan nu onverantwoord is. Dat schrijft minister Karien van Gennip van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aan de Kamer.
Om aanvragen van slachtoffers "snel, zorgvuldig en laagdrempelig af te handelen" hebben de partijen die de regeling moeten uitvoeren de minister geadviseerd te wachten. Van Gennip volgt het advies. "Het is niet in het belang van de toekomstige aanvragers om hiervan af te wijken", vindt de bewindsvrouw.
De samenwerking tussen de verschillende partijen die straks de Regeling Tegemoetkoming Stoffengerelateerde Beroepsziekten (TSB) moeten uitvoeren, de werkprocessen en de ict-systemen zijn nog niet op orde. Het is niet duidelijk vanaf wanneer de slachtoffers wel compensatie kunnen aanvragen. Voor de zomer verwacht Van Gennip hierover uitsluitsel te kunnen geven.
Een adviescommissie onder voorzitterschap van oud-vakbondsman Ton Heerts adviseerde bijna twee jaar geleden een algemene tegemoetkoming te maken voor alle werkenden en voormalig werkenden met een beroepsziekte door schadelijke stoffen. Zonder veel gedoe zouden zij een aanvraag voor een vaste tegemoetkoming moeten kunnen indienen.
Het vorige kabinet had Heerts om een advies gevraagd voor schadeafhandeling voor mensen die op hun werk aan schadelijke stoffen worden blootgesteld. Aanleiding was het onderzoek naar mensen die op een NS-werkplaats in Tilburg waren blootgesteld aan chroom-6. Ook medewerkers van Defensie zijn tussen 1984 en 2006 niet goed beschermd tegen de gevolgen van werken met chroom-6.
Er is en wordt al tijden hard aan de compensatieregeling gewerkt, schrijft Van Gennip, maar die vergt meer tijd dan vooraf gedacht.