De universitair medische centra in Leiden en Utrecht stappen naar de rechter omdat ze over een tijdje geen operaties aan aangeboren hartafwijkingen bij kinderen meer mogen uitvoeren. Zorgminister Ernst Kuipers houdt vast aan zijn plan om de chirurgie te concentreren in Groningen en Rotterdam.
Het Centrum voor Aangeboren Hartafwijkingen Amsterdam-Leiden (CAHAL), dat is opgezet door het LUMC en Amsterdam UMC, zegt uitermate teleurgesteld te zijn over het besluit. "Wij maken ons zorgen over de effecten van dit besluit voor de kwaliteit en beschikbaarheid van de zorg voor huidige en toekomstige patiënten, voor onze zorgverleners en voor de kinderhartzorg in Nederland in het algemeen. Het LUMC en Amsterdam UMC zullen het eerder aangekondigde voornemen om het besluit aan te vechten dan ook doorzetten."
UMC Utrecht werkt bij de gang naar de rechter samen met het Prinses Máxima Centrum voor kinderoncologie, dat in Utrecht aan de overkant van de straat is gevestigd. Het centrum behandelt kinderen die kanker hebben. Volgens het UMC hebben zij vaak ook zorg aan hun hart nodig, soms zelfs met spoed. "Het is niet mogelijk om deze zorg met behoud van kwaliteit en veiligheid uit te voeren" als er geen kinderhartteam is, stelt UMC Utrecht.
Als dat team uit Utrecht verdwijnt, "moeten ernstig zieke kinderen voor zeer gespecialiseerde en ingrijpende onderdelen van hun behandeling reizen naar een andere locatie in het land waar geen oncologische expertise is", verklaart het academische ziekenhuis.
Het ministerie van Volksgezondheid wilde de kinderhartchirurgie eerder juist alleen nog in Utrecht en Rotterdam laten uitvoeren. Volgens UMC Utrecht is er geen goede reden om nu een ander besluit te nemen.
De kinderhartcentra in Leiden en Utrecht hoeven niet helemaal dicht. Ze mogen de kinderen wel blijven controleren en ze mogen ook nog voor- en nazorg geven.