Jongeren maken zich zorgen over de toekomst na de val van het kabinet en de aanstaande Tweede Kamerverkiezingen. Dat komt naar voren uit een peiling van kinderrechtenorganisatie UNICEF onder meer dan duizend jongeren tussen de tien en de achttien jaar oud.
Jongeren zijn bang voor stilstand op het gebied van onderwijs (53 procent), armoede (48 procent), jeugdzorg (41 procent) en klimaat (31 procent). Ruim een kwart van de tieners zegt er geen vertrouwen in te hebben dat politieke partijen genoeg denken aan wat voor hen belangrijk is, bijna 40 procent zegt daarin een beetje vertrouwen te hebben. "Heel vaak wordt gedacht dat kinderen geen stem en mening hebben. Maar wij zijn wel de toekomst", zegt een van de ondervraagden.
Sacha Bökkerink, hoofd programma’s bij UNICEF Nederland, vindt de uitkomsten "zorgelijk". "Jongeren herkennen zich niet in het beleid en de gevoerde discussies in de Tweede Kamer, terwijl 75 procent van de jongeren in de peiling aangeeft dat politieke partijen aandacht en plannen moeten hebben voor hun toekomst."
UNICEF zegt dit soort signalen al langer te zien en roept politieke partijen op kinderen meer centraal te stellen in nieuwe partijprogramma's. "Alleen dan krijgen kinderen en jongeren weer vertrouwen in de politiek en in hun toekomst."
In de peiling geven jongeren aan specifieke eigenschappen te wensen voor een nieuwe premier. Zo moet hij betrouwbaar en eerlijk zijn, zegt een zeer ruime meerderheid van de ondervraagden. Daadkracht en slim zijn eveneens belangrijke eigenschappen, aldus zo'n 45 procent van hen. "Deze uitkomsten laten zien dat kinderen en jongeren heel nadrukkelijk bezig zijn met onderwerpen die henzelf en hun omgeving aangaan, en dat ze het wachten op een nieuwe regering om deze vraagstukken op te pakken geen optie vinden", zegt Bökkerink.