De directeur van duurzaamheidsorganisatie Urgenda, Marjan Minnesma, noemt de 35 miljard euro die het nieuwe kabinet wil uittrekken voor klimaatmaatregelen een "goede stap". In het algemeen klinken de klimaatplannen als een "mooie sprong voorwaarts", maar ze heeft nog niet het gehele coalitieakkoord kunnen lezen.
In het akkoord staat dat het kabinet de klimaatwet wil aanscherpen. De uitstoot van broeikasgassen moet in 2030 met 55 procent zijn verminderd. Om dit met zekerheid te halen, neemt het kabinet zich voor in het beleid te mikken op circa 60 procent vermindering in 2030.
"Het komt in de richting, maar in Glasgow hebben we afgesproken dat de hele wereld de uitstoot moet verminderen", zegt Minnesma. Volgens haar zou Nederland moeten mikken op een uitstootvermindering van zo'n 65 procent in 2030. "Daar zullen we op blijven drukken." Op de klimaattop in Glasgow, de COP26, benadrukten landen dat het wenselijk is de opwarming van de aarde tot maximaal 1,5 graad te beperken. De gevolgen van klimaatverandering zijn bij 2 graden, het maximum dat in het Klimaatakkoord van Parijs werd afgesproken, veel groter.
Voor eind volgend jaar zouden alle nationale klimaatdoelen hiermee in lijn gebracht moeten worden, zo luidt een andere afspraak uit Glasgow. Het is aan de landen zelf om te bepalen welke bijdrage zij leveren. Wel is de afspraak dat de ambities alleen maar scherper mogen worden, niet zwakker.
Urgenda won eind 2019 definitief een klimaatzaak tegen de Nederlandse staat. De rechter bepaalde toen dat de overheid zich moest inspannen om de uitstoot eind 2020 met een kwart te verminderen ten opzichte van 1990.