Shehzad H., de vader van het in september 2016 in Amsterdam ontvoerde meisje Insiya, krijgt het ouderlijk gezag over het kind niet terug. Dat heeft het gerechtshof in Amsterdam bepaald. De rechtbank had het ouderlijk gezag beëindigd, op verzoek van de Raad voor de Kinderbescherming. H. had daartegen hoger beroep aangetekend. Alleen de moeder heeft nog ouderlijk gezag over het inmiddels 6-jarige meisje.
H. heeft volgens het Openbaar Ministerie de ontvoering georganiseerd. Hij rekruteerde daartoe een groep uitvoerders, die een tot in de puntjes uitgewerkt plan opstelden en het meisje met geweld uit de Amsterdamse woning van haar oma weghaalden. H. nam het kind vervolgens mee naar India. De uitvoerders zijn veroordeeld tot celstraffen tot ruim vier jaar. Ook H. wordt door het OM in Amsterdam vervolgd, maar het ziet er naar uit dat dat een min of meer papieren kwestie zal blijven, omdat H. niet naar Nederland te krijgen is. In januari heeft er een korte zitting in de strafzaak plaatsgevonden.
De ouders van Insiya verkeren in een slepende echtscheidingsprocedure. In die procedure deed het hof woensdag een tussenuitspraak, die erop neerkomt dat, zoals in 2016 al door de rechter werd beslist, het kind aan de moeder moet worden afgegeven.
Het hof vindt dat vader H. het ouderlijk gezag niet toekomt, onder meer omdat hij niet of nauwelijks heeft meegewerkt aan het onderzoek van de Raad voor de Kinderbescherming naar de situatie van Insiya. De moeder heeft haar dochter sinds de ontvoering niet meer gezien, op enkele Skype-contacten na. Volgens het hof saboteert vader H. deze contacten, terwijl de rechter in India heeft bevolen dat die contacten veel vaker moeten plaatsvinden.