Er is niet adequaat gehandeld in de zedenzaak die zich afgelopen weekeinde zou hebben afgespeeld aan boord van Zr. Ms. Karel Doorman. Dat zegt voorzitter Jan Kropf van de militaire vakbond ACOM. "Vrij direct had moeten worden gezegd: we gaan de partijen scheiden."
Donderdag kwam de kwestie naar buiten. Bronnen aan boord zeiden tegen De Telegraaf dat een mannelijke officier afgelopen weekeinde een matroos had aangerand. Die besloot aangifte te doen. Daarop kwamen twee marechaussees aan boord die een onderzoek begonnen en verklaringen opnamen. Hun aanwezigheid was voor twee andere matrozen aanleiding om ook aangifte te doen. De betrokken officier is inmiddels van boord gegaan.
Kropf vindt het niet goed dat werd besloten de officier in het belang van de organisatie aan boord te laten, vindt hij. "Het is met tweehonderd mensen aan boord een kleine gemeenschap. En het is een grote boot, maar die wordt klein als je er zeven weken op zit. Degene die beticht wordt van onjuiste handelingen, moet van boord worden gehaald, zodat je daadwerkelijk onderzoek kan doen zonder betrokkenen te dwingen in elkaars omgeving te zijn."
Maar omdat de leidinggevende om wie het ging als cruciaal werd gezien voor de operatie, gebeurde dat aanvankelijk niet. "Uiteindelijk heeft de officier zelf gezegd van boord te moeten. Toen kon het ineens wel", aldus Kropf. De ACOM-voorzitter vreest ook dat incidenten niet meer worden gemeld: "Dat mensen denken: zie je wel, je hoeft het niet te melden, want de dader blijft zitten."