Het akkoord over de opvang, het terugsturen en verdelen van asielzoekers van de EU-landen helpt premier Mark Rutte om zoals beloofd de toestroom van migranten naar Nederland te verminderen, zegt staatssecretaris Eric van der Burg. Maar er is meer nodig, erkent hij na de doorbraak in de jarenlange impasse in het Europees asielbeleid.
"Hiermee is een bouwsteen gezet", meent Van der Burg. Het akkoord gaat "niet een slok op een borrel schelen, maar wel een paar complete borrelglazen". Dat zit 'm vooral in de nieuwe afspraak om asielzoekers die weinig kans maken te mogen blijven meteen aan de Europese buitengrens te beoordelen, denkt Van der Burg. Zij kunnen dan worden vastgezet en uiteindelijk teruggestuurd. Dat zal de vele 'veiligelanders' uit bijvoorbeeld Marokko en Algerije volgens de staatssecretaris afschrikken om naar Europa te komen.
Maar in Nederland en in de omgang met landen van herkomst moet nog wel veel gebeuren, tekent Van der Burg aan. "Je moet meerdere bouwstenen verzamelen. Dat alles bij elkaar opgeteld moet uiteindelijk staan als een huis." Hij wijst op de overeenkomst die de EU hoopt te sluiten met Tunesië om het aantal migranten te verminderen dat van daaruit hun leven waagt om de Middellandse Zee over te steken.
Het Europese akkoord helpt de druk op de Nederlandse asielopvang te verlichten en om ook daarover nieuwe afspraken te maken, stelt Van der Burg. Als de impasse in Europa had voortgeduurd, was dat volgens hem "lastiger" geworden.
Als de crisis in de Nederlandse asielopvang weer zou verhevigen, kan dat al gauw de regeringscoalitie en het kabinet aan het wankelen brengen. Rutte beloofde eerder onder grote druk van zijn eigen partij om de instroom van asielzoekers te verminderen.