Staatssecretaris Eric van der Burg van Asiel vreest niet dat er op korte termijn te weinig bedden zullen zijn voor vluchtelingen uit Oekraïne. Twee maanden lang hielden de gemeenten zo'n 10.000 opvangplekken open, voor het geval ze nodig zouden zijn. Deze week bleef dat aantal ruim onder de 9000, en is er een dalende trend te zien.
"Ik maak me daar geen zorgen over. We zien dat er nog steeds mensen vanuit Oekraïne komen, maar het gaat wel in een langzamer tempo", zei de staatssecretaris voorafgaand aan de ministerraad. Volgens de laatste cijfers zijn er bijna 46.000 bedden beschikbaar, waarvan er bijna 38.000 in gebruik zijn. Daarmee is 82 procent van de opvangcapaciteit benut. Dat is "goed", aldus Van der Burg. Dat verandert overigens niets aan de doelstelling om de capaciteit naar 75.000 bedden te krijgen, laat zijn ministerie weten.
Van der Burg zegt dat de rem op de uitbreiding van de opvangcapaciteit deels ook komt doordat gemeenten die voor een andere doelgroep inzetten. De hele keten voor de reguliere asielopvang voor mensen uit andere landen dan Oekraïne zit al lange tijd verstopt, waardoor deze week weer grote problemen ontstonden in het aanmeldcentrum in Ter Apel. Ook hier moeten gemeenten bijspringen om mensen opvang te bieden. De problemen en mogelijke oplossingen in de vorm van meer dwang voor gemeenten worden deze vrijdag in de ministerraad besproken.