Verplichte certificering voor uitzendbureaus, om onder meer uitbuiting van arbeidsmigranten tegen te gaan, wordt op zijn vroegst op 1 januari 2025 ingevoerd. Volgens minister Karien van Gennip (Sociale Zaken) gaat het om ingewikkelde wetgeving die zorgvuldig moet worden behandeld. Daarom kunnen de regels hiervoor pas over tweeënhalf jaar ingaan.
Het wetsvoorstel gaat deze zomer 'in consultatie'. Belanghebbenden, in dit geval onder meer de uitzendbranche, kunnen zich er dan over uitlaten. De Kamer wordt ongeveer tegelijkertijd geïnformeerd over het plan, aldus Van Gennip. Ze wil het voorstel het liefst zo snel mogelijk invoeren, maar wil ook "dat het tanden heeft". Dat vraagt volgens de bewindsvrouw meer tijd.
Het idee is dat alleen uitzendbureaus die zich aan de regels houden zo'n certificaat krijgen. Bedrijven die werknemers inhuren via een bureau zonder certificaat, moeten worden beboet. "Uitleners die misbruik maken van de kwetsbare positie van arbeidsmigranten, bijvoorbeeld door hen onder te betalen of slecht te huisvesten, kunnen hun certificaat verliezen en zo uit de markt worden geweerd", schreef Van Gennip vorige maand aan de Kamer.
Invoering van zo'n stelsel is een van de adviezen van een commissie onder leiding van voormalig SP-leider Emile Roemer. Kamer én kabinet hebben die aanbevelingen omarmd, maar de Kamer wil wel dat het kabinet meer haast maakt. Van Gennip benadrukt dat ook de komende tijd al veel wordt gedaan om uitbuiting tegen te gaan.
Om te voorkomen dat het nog langer duurt, wordt het stelsel wel alvast voorbereid terwijl het parlement de wetgeving bespreekt. "Het streven is dat, als de Eerste Kamer de wet heeft aangenomen, het stelsel in de startblokken staat om de certificaten te verlenen", aldus Van Gennip. Ze heeft ook gekeken of het mogelijk is bepaalde delen van het nieuwe stelsel wel al in te laten gaan, maar "dat is inhoudelijk lastig. Het hangt allemaal met elkaar samen."