Van Ooijen hoopt 'wildgroei' fastfoodketens te kunnen bestrijden

18 mrt 2022, 12:21 Landelijk
van ooijen hoopt wildgroei fastfoodketens te kunnen bestrijden
Staatssecretaris Maarten van Ooijen van Volksgezondheid, Welzijn en Sport wil op aandringen van gemeenten kijken hoe de "wildgroei" van fastfoodketens beperkt kan worden. Hij werkt aan een "verkenning" van de juridische mogelijkheden om daar samen met gemeenten iets aan te doen. De voornaamste reden daarvoor is volgens Van Ooijen dat één op de zeven kinderen ernstig overgewicht heeft, en in armere wijken zelfs één op de drie.
"Dat zijn cijfers waarover we ons achter de oren moeten krabben", zei Van Ooijen voorafgaand aan de ministerraad. Volgens hem is het nu voor veel ouders moeilijk om door "een haag van verleidingen" te fietsen en dan thuis te komen zonder fastfood voor hun kinderen. Hij ontkent dat sprake is van betutteling. Er zou juist sprake zijn van een beperking van de vrije keuze doordat mensen alleen maar met ongezondere eetopties geconfronteerd worden. Dat probleem wordt volgens hem alleen maar groter doordat de fastfoodketens zich in rap tempo uitbreiden.
"Het patatje speciaal blijft gewoon." Maar als een winkel verdwijnt, een boekhandel bijvoorbeeld, moet worden gekeken of er in plaats van een nieuwe fastfoodketen iets anders kan komen. "Misschien een groenteboer." Een concreet plan daarvoor heeft Van Ooijen nog niet. Hij wil kijken wat er binnen de huidige regels al gedaan kan worden, maar wil ook bezien of er juridisch meer mogelijk is. Met name grotere gemeenten hadden daar volgens hem om gevraagd.
Het bestrijden van de beschikbaarheid van fastfood is geen onderdeel van het Nationaal Preventieakkoord en werd ook niet genoemd in het coalitieakkoord. Dat er nu wel over nagedacht wordt, is volgens Van Ooijen omdat er "een tandje bij" moet voor de gezondheid van kinderen.
Minister voor Sport Conny Helder zegt dat er ook snel nieuwe plannen komen om te bevorderen dat Nederlanders genoeg bewegen. Het kabinet wil dat in 2040 75 procent van de volwassenen de beweegrichtlijnen haalt, tegenover 53 procent nu. De norm is dat volwassen 2,5 uur per week matig intensief bewegen, en kinderen een uur per dag.