Staatssecretaris Maarten van Ooijen (Volksgezondheid) is "verheugd" dat er nu ook een inhoudelijk akkoord over hervormingen in de jeugdzorg is bereikt. Maar, waarschuwt de bewindsman, het zal even duren voordat alle veranderingen merkbaar zijn. "Het is niet zo dat de wereld morgen ineens anders is."
Afgesproken is dat zorgaanbieders regionaal specialistische zorg gaan inkopen, bijvoorbeeld voor jongeren die zichzelf verminken of die lijden aan anorexia. Zij werden vaak van het kastje naar de muur gestuurd, maar krijgen sneller zorg nu het weer op regionale schaal wordt geregeld, aldus Van Ooijen. Ook wordt de mate van zorg landelijk gelijkgetrokken: "Zo voorkomen we dat een kind in Terneuzen heel anders geholpen wordt dan in Apeldoorn."
Van Ooijen bestrijdt dat de decentralisatie nu in feite failliet is. Sinds 2015 moeten gemeenten de zorg regelen, maar dat leidde tot grote problemen. Lang niet elke gemeente had de middelen om de juiste zorg voor kwetsbare jongeren te regelen. Maar met de voorliggende hervormingen wordt het goede van de decentralisatie behouden en verdwijnen de excessen, aldus de staatssecretaris. Zo blijft er bijvoorbeeld wel intensief contact met gemeenten voor bijvoorbeeld armoedebeleid.