Staatssecretaris Marnix van Rij (Fiscaliteit), die maandag op Sint Eustatius is om te praten over het Nederlandse slavernijverleden, verwacht niet dat de excuses van het kabinet meteen door iedereen aanvaard worden. Het kabinet moet daarin wat hem betreft bescheiden zijn. "De aanvaarding die komt wel of niet, maar degene die excuses doet kan dat nooit van de ander vragen."
Van Rij ziet uit naar het "heel belangrijke moment" maandag op het eiland waar hij eerder werkzaam is geweest als regeringscommissaris. "Wij doen als Nederland wat wij misschien wel veel eerder hadden moeten doen." De bewindsman benadrukt dat het slechts een eerste stap is.
Rutte houdt maandag een toespraak in het Nationaal Archief over het Nederlandse slavernijverleden. Op die dag is op alle Caribische eilanden van het koninkrijk (en ook in Suriname) een bewindspersoon van het kabinet aanwezig. Het is volgens Van Rij goed dat per eiland "rekenschap" wordt gegeven, ook omdat de verschillen tussen de eilanden groot zijn.
"Je moet echt heel goed weten wat dit betekent. Daar moet je het gesprek over aangaan, daar moet je je bescheiden in opstellen en dan moet je gezamenlijk het proces in", zegt Van Rij over de gebeurtenissen maandag. En het zal een lang proces zijn, verwacht de staatssecretaris.
Er was afgelopen weken veel discussie over de aanstaande excuses. Op de vraag of Van Rij verwacht dat excuses op Sint Eustatius zullen worden aanvaard, zegt hij dat het daar niet om gaat. "Ik verwacht niet maandagmiddag dat daar collectief gezegd wordt: dat hebben wij aanvaard. Dat zou ook arrogant zijn."
Van Rij denkt dat veel mensen op de Caribische eilanden ook vooral kijken naar wat excuses betekenen. Of het een plaats krijgt, hoe ermee wordt omgegaan en hoe er verder met elkaar wordt omgegaan, zegt hij. "Het wordt eindelijk nu benoemd, maar benoeming is nog geen aanvaarding van excuses."
Het is een publiek geheim dat het kabinet maandag excuses gaat aanbieden. Meerdere aanwezigen bij de Catshuissessie over dit moment hebben dat gezegd, bronnen hebben het bevestigd en inmiddels hebben ook bewindspersonen hun mond voorbijgepraat.