De Haagse burgemeester Jan van Zanen en de voorzitter van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), Sharon Dijksma, vragen de Tweede Kamer expliciet om hulp bij hun taak demonstraties in goede banen te leiden. Zij willen wettelijke instrumenten om tegen ontwrichtende acties te kunnen optreden. Dat doen Van Zanen en Dijksma donderdagmiddag tijdens een gesprek met de Tweede Kamer over het demonstratierecht.
Dijksma en Van Zanen vinden beiden dat het recht van demonstratie niet onbegrensd is. De Haagse burgemeester vindt dat er in toenemende mate misbruik van het recht op demonstratie wordt gemaakt. Wat hem betreft gaan blokkades van snelwegen bijvoorbeeld het demonstratierecht te buiten.
Volgens Van Zanen zoeken demonstranten steeds vaker de confrontatie op en niet zozeer het recht. Dit speelt vooral in situaties waarin actievoerders - "met een beroep op het demonstratierecht" - ontwrichtende acties uitvoeren, dwang uitoefenen en bevelen van de autoriteiten negeren.
Hij lijkt hij onder meer te doelen op de A12-blokkades van Extinction Rebellion. Rechters hebben uitgemaakt dat actievoerders bij vreedzame demonstraties geen straf meer krijgen opgelegd als zij zijn aangehouden en weggevoerd. Het Openbaar Ministerie heeft daarop Van Zanen laten weten dat er in deze situaties geen vervolging zal plaatsvinden.
Dijksma vraagt de Kamer expliciet om een wettelijke oplossing om te kunnen optreden bij demonstraties tegen abortusklinieken. Volgens haar is bij dergelijke demonstraties sprake van "schurende grondrechten". Bezoekers van abortusklinieken hebben het recht die "ongestoord en ongehinderd" te kunnen bezoeken. "Dat verhoudt zich lastig met de indringende wijze waarop bepaalde groepen hun afkeer van abortus kenbaar maken in de directe omgeving van de kliniek, vaak specifiek en persoonlijk gericht op individuele bezoekers en hun precaire situatie", schrijft Dijksma.
Hoewel ze vindt dat mensen tegen abortus moeten kunnen demonstreren, wil ze afstand scheppen tussen bezoekers en demonstranten.