De werkloosheid onder Somalische Nederlanders is bijna zes keer zo hoog als bij autochtone Nederlanders. Vergeleken met de totale groep niet-westerse migranten is de werkloosheid onder Somalische Nederlanders ruim twee keer zo hoog, blijkt uit onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP).
In een reactie spreekt minister Wouter Koolmees (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) over een zorgelijke uitkomst. Hij kondigt een reeks van maatregelen aan, waaronder extra aandacht bij de inburgering voor Somaliërs en andere groepen die achterblijven. Ook moet die inburgering zich meer richten op wat er bijvoorbeeld aan werkkrachten nodig is op de arbeidsmarkt.
In de periode 2014-2016 zat 34 procent van de Somalische Nederlanders zonder baan. Meer dan de helft van de Somalische Nederlanders, 52 procent, heeft een bijstandsuitkering, tegenover 15 procent van de totale groep van niet-westerse migranten en 2 procent van de autochtone Nederlanders.
Tussen 1993 en 2009 kwamen als gevolg van oorlog, terrorisme en politieke onrust in Somalië (Oost-Afrika) relatief veel Somaliërs naar Nederland. Op 1 januari dit jaar woonden hier 40.000 Somalische Nederlanders.
Het onderzoek wijst ook uit dat de meest recente vluchtelingen uit Somalië minder hoog zijn opgeleid. Dat komt volgens het SCP doordat de aanhoudende oorlog en chaos in hun thuisland het onderwijs flink heeft aangetast. In 2009 had 58 procent van de Somalische Nederlanders die niet meer naar school gaan niet meer dan basisonderwijs genoten, tegenover 68 procent in 2015. Ongeveer twee op de drie hebben moeite met de Nederlandse taal.
Somalische Nederlanders geven de Nederlandse samenleving gemiddeld het rapportcijfer 7,6. Dat is hoger dan Turkse, Marokkaanse en autochtone Nederlanders geven. Twee op de drie zien hun toekomst in Nederland en ook voelen twee op de drie zich hier thuis. Het gevoel thuis te zijn, is overigens wel verminderd. In 2009 voelde 80 procent van de Somalische Nederlanders zich thuis in Nederland.