Tientallen Nederlandse ziekenhuizen, 29 procent van alle hospitalen, kunnen een deel van de zogenoemde 'kritisch planbare zorg' nu al niet meer verlenen. Het gaat om zorg die binnen zes weken moet worden gegeven, zoals operaties en behandelingen wegens kanker. Dat blijkt uit de wekelijkse rapportage van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa). Er zijn circa negentig ziekenhuizen in Nederland, verspreid over verschillende locaties.
Het was de bedoeling van het kabinet dat hooguit niet-spoedeisende planbare zorg zou worden stilgelegd wegens de stijgende druk op de ziekenhuizen en hun personeel door de coronacrisis. Het gaat om ingrepen die wel wat langer dan zes weken kunnen wachten, zoals heupoperaties. Dringender zorg moet doorgaan. Om dit nu toch te verwezenlijken, is goede samenwerking in de regio noodzakelijk, aldus de NZa in de rapportage
Landelijk is het aantal operaties inmiddels met de helft afgeschaald, meldt de organisatie verder. Vorige week was dit nog met 40 procent, de week daarvoor met 26 procent.
Het aantal verwijzingen naar de ziekenhuizen en zelfstandige klinieken ligt momenteel op 78 procent van het aantal dat zonder coronacrisis zou zijn uitgeschreven. Dat is weer 7 procent minder dan in voorgaande weken. Een en ander is echter te wijten aan de kerstperiode, verklaart de NZa.
Opvallend noemt de autoriteit dat het aantal spoedverwijzingen kindergeneeskunde "behoorlijk stabiel" blijft. Het aantal verwijzingen naar de ggz is iets boven de aantallen die er in dezelfde periode vorig jaar waren. Voor kinderen en jeugd ligt het aantal verwijzingen op dit gebied echter al een aantal weken ruim boven het niveau van begin dit jaar, toen er nog geen corona was. "Opvallend is nog steeds het hoge aantal verwijzingen voor ADHD".
Het ziekteverzuim onder zorgverleners in ziekenhuizen ligt net als vorige week op 8 procent.