Het advies- en meldpunt Veilig Thuis ontving in de eerste helft van 2021 minder meldingen van kindermishandeling, huiselijk geweld of een combinatie van die twee. Wel werd deze verzameling organisaties vaker dan een jaar eerder gebeld omdat slachtoffers, omstanders, zorgmedewerkers of andere professionals advies vroegen hierover. Dat meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).
Veilig Thuis wordt pas verantwoordelijk voor eventuele vervolgstappen als iemand een officiële melding doet van een mogelijke onveilige situatie thuis. In de eerste zes maanden van dit jaar werden 61.000 van zulke meldingen gedaan, 6 procent minder dan een jaar eerder. Mensen kunnen ook bellen voor advies. Dan blijven zij zelf verantwoordelijk voor het vervolg, niet Veilig Thuis. Het aantal adviezen is met 15 procent toegenomen tot ruim 67.000.
Bij iets meer dan de helft van de adviezen en meldingen die Veilig Thuis krijgt, gaat het om vermoedens van kindermishandeling. Het meldpunt werd ook vaak op de hoogte gesteld van mogelijk geweld van een (ex-)partner.
Meldingen worden vooral veel gedaan door de politie, in bijna twee derde van de gevallen. Adviezen worden veel vaker gegeven aan andere professionals, bijvoorbeeld in de zorg en het onderwijs, en privépersonen. In het laatste geval gaat het bijvoorbeeld om iemand die vermoedt dat een kind in de buurt wordt mishandeld en zich afvraagt wat die moet doen.