De Veiligheidsregio's hebben hun deadline voor de inrichting van opvangplekken voor 25.000 Oekraïense vluchtelingen net niet gehaald. Volgens de nieuwste cijfers zijn er nu ruim 23.800 plekken beschikbaar, meldt het ministerie van Justitie en Veiligheid. Staatssecretaris Eric van der Burg is desondanks "diep onder de indruk" van het werk dat is verzet in de gemeenten.
De 25 Veiligheidsregio's hebben twee weken geleden afgesproken dat ze elk duizend opvangplekken zouden inrichten. Ze hadden daarvoor twee weken de tijd. Praktisch lijkt dat nog geen grote gevolgen te hebben, aangezien ongeveer de helft van de beschikbare plekken nog vrij is. Hoeveel mensen uiteindelijk deze kant op komen, is echter nog onduidelijk. De komende tijd moet iedere regio in ieder geval nog eens duizend plekken zien te creëren.
Van der Burg zegt bij de nieuwste cijfers dat de opvang "een enorme opgave" is voor de gemeenten. Hij prijst daarbij de Nederlandse bereidheid om mensen te helpen. "Zo hebben de veiligheidsregio's en gemeenten de afgelopen twee weken keihard gewerkt en dat heeft voor nu voor meer dan genoeg opvangplekken gezorgd", aldus de bewindsman in een reactie. "Ik zie echter ook dat we ons moeten voorbereiden op wat er nog komen gaat. Samen moeten we de schouders eronder blijven zetten!"
Voor het weekend leek de deadline haalbaarder dan hij werkelijk was. Het ministerie zei donderdag nog dat er 23.000 mensen opgevangen konden worden, maar toen zaterdag nieuwe cijfers naar buiten kwamen werd dat aantal naar beneden bijgesteld. Dat kwam volgens een woordvoerder door verbetering van het registratiesysteem. Gemeenten vangen momenteel zo'n 12.600 vluchtelingen op.