Veel kinderen met een verblijfsvergunning of de Nederlandse nationaliteit leven in armoede omdat het gezin als geheel geen recht heeft op toeslagen, bijstand of opvang. Dat komt door de Koppelingswet. Om de situatie van die kinderen te verbeteren, is het zaak dat ze op papier worden ontkoppeld van ouders zonder verblijfsvergunning.
Die oproep doen de Kinderombudsman en de jeugd- en kinderombudsmannen van Den Haag, Rotterdam en Amsterdam.
De kinderen zwerven soms van adres naar adres of worden uit huis geplaatst. Zij worden achtergesteld bij kinderen met ouders die wel in Nederland mogen wonen. ,,Dit kan niet en dit mag niet'', zegt Kinderombudsman Margrite Kalverboer.
Een van de oorzaken is dat een ouder zonder verblijfsvergunning hier niet mag werken en daardoor het gezin niet kan onderhouden. In Nederland is het voor kinderen ook onmogelijk om zelf geld van de overheid te krijgen. Bovendien bepaalt de Koppelingswet dat een gezin geen toeslagen en bijstand krijgt als een van de ouders niet in Nederland mag wonen.
De wet zou volgens Kalverboer en haar collega's uit de drie grote steden moeten worden aangepast, zodat een gezin met een ouder zonder verblijfsvergunning toch geld ontvangt. Ook moet het mogelijk worden dat kinderen zelf geld krijgen van de overheid, zeker als dat niet via hun ouders kan.
Eerder deze week meldde de Kinderombudsman al dat het Nederlandse armoedebeleid niet goed aansluit op de behoeften van 378.000 kinderen mét een verblijfsstatus die hier in armoede leven.