In het hoger beroep in de zaak van de Drentse kofferbakmoord heeft verdachte Hans O. donderdag bij het hof nogmaals zijn onschuld bepleit. "Ik ben neergezet als een monster, maar ik heb het niet gedaan", zei de verdachte uit Emmen.
De 45-jarige verdachte werd vorig jaar vrijgesproken van moord of doodslag op de 31-jarige Ralf Meinema in 2017. Het Openbaar Ministerie had achttien jaar cel tegen O. geëist en tekende beroep aan.
Het lichaam van Meinema uit Klazienaveen werd gevonden in de kofferbak van zijn eigen auto. De wagen lag half in het water van het Stieltjeskanaal bij Coevorden. De doodsoorzaak was hersenletsel, aangebracht door een zwaar voorwerp dat tegen zijn hoofd werd geslagen.
Er werd DNA aangetroffen van Meinema op de rechter broekzak van O. Volgens het OM was O. daarnaast de laatste persoon die contact had met het slachtoffer. Dat contact zou te maken hebben met een mislukte drugsdeal. Meinema had drugs aangeboden en O. had interesse. Met een prepaid-telefoon nam O. contact op met Meinema om een afspraak te maken. Op de bewuste avond had Meinema, volgens O., de drugs niet bij zich. Hij zei tijdens de zitting hierover "gepikeerd" te zijn.
Hij benadrukte hoe erg hij leed onder zijn vervolging. Ook nu hij na anderhalf jaar in voorarrest te hebben gezeten, weer op vrije voeten is. "Ik word er dag en nacht op aangekeken", vertelde hij. "Ik ben aan de schandpaal genageld en ik kom er niet meer van af. Ik ben neergezet als een monster, maar ik heb het niet gedaan."
De rechtbank in Assen oordeelde in mei 2022 dat er onvoldoende bewijs was voor de betrokkenheid van O. bij de moord of doodslag. Volgens de rechtbank was er te veel onduidelijk in aanloop naar de dood van Meinema. Zo werd niet duidelijk waar hij om het leven is gebracht, wat het tijdstip van overlijden was en hoeveel personen betrokken waren.
Het OM komt aan het begin van de middag met een strafeis in de zaak.