De officier van justitie heeft dinsdag voor de rechtbank in Alkmaar wegens verkrachting acht jaar gevangenisstraf geëist tegen de 50-jarige Ingmar S. Volgens de aanklager staat vast dat de man zich vorig jaar zomer heeft vergrepen aan een vriendin in Alkmaar, met wie hij een seksuele relatie onderhield. Volgens hem stond de vouw "doodsangsten" uit, op een avond "die haar leven voorgoed zou veranderen".
De verkrachting zou eind juli zijn gepleegd in de woning van de vrouw. Zij zegt dat ze tijdens de seks hardhandig werd vastgebonden en daarna geslagen en verkracht, waarbij onder meer ook haar keel werd dichtgeknepen. Door de weerloze positie waarin ze zou hebben verkeerd, was volgens het Openbaar Ministerie sprake van een "bijzonder vernederende, bedreigende setting".
S. hield dinsdag in de rechtszaak vol dat hij onschuldig is en niets tegen de wil van de vrouw heeft gedaan. Hij is eerder veroordeeld voor seksueel geweld. In 2018 kreeg hij zeven jaar gevangenisstraf wegens vrijheidsberoving en verkrachting. Ten tijde van de vermeende verkrachting in Alkmaar was hij onder voorwaarden op vrije voeten.
De officier van justitie vindt dat de verkrachting in alle opzichten is bewezen. Nadat de vrouw naar de politie was gestapt, heeft een undercoveragent via de app contact opgenomen met S. en hem volgens het OM met succes uit de tent gelokt. "In dat gesprek geeft hij alles ruiterlijk toe", aldus de aanklager.
Deskundigen hebben bij S. - van beroep piloot - geen persoonlijkheidsstoornis kunnen vaststellen, voornamelijk omdat hij in de gesprekken veel kaarten voor de borst hield en niet wilde praten over zijn seksualiteit, zeggen zij. Ex-vriendinnen hebben verteld over zijn voorkeur voor bondage, machtsuitoefening en de dominante rol die hij graag zou vervullen. In zijn auto werd een USB-stick met filmpjes van verkrachtingsporno gevonden.
Volgens het OM hebben verschillende vrouwen met wie S. in het verleden een seksuele relatie onderhield uiteindelijk problemen met hem gekregen. Een van hen zei te zijn gevlucht toen S. haar probeerde vast te binden. Geen van zijn vroegere minnaressen heeft aangifte willen doen, volgens de aanklager voornamelijk uit angst.
De raadsman van S. bepleitte vrijspraak. Volgens hem heeft S. in het gesprek met de undercoveragent helemaal niets toegegeven. "Er is geen bewijs. Het is het woord van mijn cliënt tegen dat van de vrouw", zei hij. De uitspraak is 2 mei.