De onderschepte gesprekken waarin pro-Russische separatisten overlegden over de aanvoer van een Buk-TELAR waren bedoeld om de Oekraïense strijdkrachten af te schrikken. In werkelijkheid hadden ze helemaal niet zo'n raketinstallatie, zeiden de advocaten van MH17-verdachte Oleg Poelatov vrijdag tegen de rechtbank in het Justitieel Complex te Schiphol.
Op de tapgesprekken is onder meer te horen hoe een van de verdachten, Sergej Doebinski, schetst dat hij niets kan beginnen tegen de aanvallen van de Oekraïense gevechtsvliegtuigen. "Als ik een Buk kan ontvangen is het oké. Anders wordt het fucked up, want de vliegtuigen bombarderen ons van een hoogte van meer dan 5 kilometer." Het Openbaar Ministerie ziet dit als bewijs dat er grote behoefte was aan een Buk-TELAR, en dat deze later ook werd aangevoerd.
Deze gesprekken moeten echter op een andere manier worden uitgelegd, melden de advocaten van Poelatov. "Het gaat om militaire deceptie, om de vijand af te schrikken. De gesprekken waren onderdeel van een militair plan." Zo haalt advocaat Sabine ten Doesschate aan dat bij de pro-Russische separatisten bekend was dat de Oekraïense strijdmacht meeluisterde en dat daarom codewoorden werden gebruikt als werd gesproken over wapens. "Maar als het over de Buk gaat, wordt steeds gewoon Buk gezegd. En niet één keer, er wordt bewust voor gezorgd dat het woord niet te missen is."
Poelatov meldde daarnaast aan zijn advocaten dat áls er al een Buk-TELAR werd vervoerd door de pro-Russische separatisten, deze niet-werkend was. Door deze door de straten te rijden kreeg het een "afschrikwekkende functie", aldus de verdediging.
Sinds vorige week maandag is de verdediging bezig met het zetten van vraagtekens bij de bewijsvoering van het OM. Een van de speerpunten is dat in hun ogen onvoldoende onderzoek is gedaan naar mogelijke andere raketten die verantwoordelijk kunnen zijn voor het neerhalen van het vliegtuig.
MH17 stortte op 17 juli 2014 neer in Oost-Oekraïne, waar op dat moment ook een gewapende strijd gaande was. Alle 298 inzittenden kwamen hierbij om het leven. Onder hen waren veel Nederlanders.
De rechtbank heeft de uitspraak in de zaak gepland voor de tweede helft van dit jaar.