De in 1927 als gevolg van een liefdesdrama vermoorde Nederlandse cabaretier Jean-Louis Pisuisse krijgt dinsdag weer een plek op de plaats waar hij vaak optrad, het Kurhaus in Scheveningen. De zanger van onder meer het beroemde lied Mensch, durf te leven is daar dan weer te zien op een meer dan levensgroot schilderij, dat jaren zoek was, maar weer werd gevonden en inmiddels is opgeknapt. Het portret werd na zijn spraakmakende dood speciaal voor het Kurhaus vervaardigd door Han van Meegeren, die later ook nog de tongen losmaakte: de schilder zou na de oorlog tot een jaar cel veroordeeld worden wegens het in omloop brengen van valse Vermeers.
Pisuisse was één van de grootste Nederlandse sterren van zijn tijd. Op de dag van zijn dood wilde hij met zijn derde vrouw, de zangeres Jenny Gilliams, het Rembrandtplein in Amsterdam oversteken, na een etentje in hotel Schiller. Gilliams had kort een relatie gehad met Tjakko Kuiper, net als zij ook lid van het gezelschap van Pisuisse. Zanger Kuiper kon niet verkroppen dat ze voor 'Piesje' had gekozen. Hij stelde zich die 26e november op achter het beeld van Rembrandt en schoot het paar neer met een Duits legerpistool. Hij had eigenlijk op Jenny gericht, maar Jean-Louis sprong vergeefs voor haar om haar te beschermen en werd ook geraakt. Kuiper sloeg vervolgens de hand aan zichzelf en stierf ter plekke. Pisuisse en zijn vrouw overleden korte tijd later elders in Amsterdam.
De begrafenis van het paar in Den Haag was een groots evenement, waarvoor velen uitliepen. Onder de vele prominente treurgasten was ook Louis Davids, een van de bekendste collega's van Pisuisse. Het Kurhaus kreeg het schilderij het jaar erop van Eline Pisuisse, een dochter uit het eerste huwelijk van de vermoorde cabaretier, en muzikant Henk Stuurop, die ook deel uitmaakte van de groep van de omgebrachte ster. Het schilderij bleek zich recent te bevinden in een ruimte waar het inmiddels opgeheven Beheerskantoor Scheveningen (BKS) spullen bewaarde.
Het Kurhaus had vroeger een rijke podiumtraditie. Sterren van naam en faam traden er op, variërend van Marlène Dietrich tot de Rolling Stones, wier concert in 1964 moest worden gestopt omdat de zaal letterlijk werd afgebroken door wild geworden fans.